Het kleine wijngoed Agostina Pieri (het telt slecht elf hectare wijngaarden) ligt in het zuiden van Montalcino en wordt geleid door de jonge Francesco Monaci, de zoon van Agostina Pieri (die weer een van de dochters van de oprichter van het domein was). Francesco, die het vak leerde van zijn oom en Brunello-producent Giancarlo Pacenti, is onvermoeibaar en zeer bevlogen. Het eerste jaar dat gebotteld werd, was 1994. Hij werd onverwacht snel beloond voor zijn inspanningen toen zijn Rosso di Montalcino 1995 de zeldzame onderscheiding van drie glaasjes kreeg in de Gambero-Rosso-gids. Inmiddels behoren zijn wijnen tot de meest gewilde van de streek. Francesco is een voorstander van relatief korte rijping in kleine vaten en experimenteert met barriques en grotere formaten. Zijn wijnen worden gekenmerkt door compact fruit, fijn hout en soms een zuidelijk aandoende kruidigheid. Ze zijn duidelijk modern in stijl, altijd goed en vaak zeer goed, maar voor Montalcino bescheiden in prijs.

Francesco’s prestigewijn is uiteraard de Brunello, gemaakt van de beste selectie Sangiovese afkomstig uit de oudste wijngaarden, en ruim twee jaar gerijpt op Sloveens en Frans eiken. Opmerkelijk is echter ook hoeveel eer Francesco haalt uit zijn Rosso di Montalcino, die we niet zomaar een tweede wijn, maar met recht een bijna-Brunello mogen noemen. Eveneens gemaakt van streng geselecteerde druiven, en zo’n tien maanden opgevoed op groot Sloveens eiken en Franse barriques (50/50). Voor alledag maakt Francesco deze heerlijke Costello. Sangiovese met een klein beetje Cabernet. De druiven komen van de overkant van de rivier net buiten Montalcino. Daarom mag de wijn slechts het predikaat tafelwijn hebben en is het vermelden van het jaartal verboden.  Maar ach..nadat u de wijn geproefd hebt maakt u zich daar niet meer druk over. Een heerlijk glas uit zuid Toscane.