De traditionele afsluiting van een wijnfles, de natuurkurk, heeft het afgelopen decennium flink concurrentie gekregen: schroefdoppen, kunststofmateriaal in kurkvorm en zelfs glazen stoppen. De beleving van de consument, zowel thuis als in een restaurant, speelt een belangrijke rol.
Voor velen hoort de natuurkurk bij een fles wijn en doet een schroefdop of een kunststofafsluiting goedkoop aan en is de wijn al veroordeeld zonder geproefd te zijn! Op de emotionele beleving zal ik niet ingaan, dat blijft een kwestie van persoonlijke smaak, maar om een wijn al te beoordelen op de wijze waarop de fles is afgesloten, is te kort door de bocht.
De belangrijkste taak van een afsluiting is natuurlijk dat de wijn in de fles blijft en er geen lekkage op kan treden, hoe klein ook. De natuurkurk is van oudsher zeer geschikt vanwege een belangrijke eigenschap van kurk, namelijk zijn elasticiteit en de daarmee samenhangende veerkracht.
Bij lage temperaturen krimpt een kurk iets, bij hogere temperaturen zet hij wat uit en dat gedurende vele jaren. Een fles wijn die onder verschillende omstandigheden (luchtvochtigheid, temperatuur) bewaard wordt zal op deze manier goed afgesloten blijven. Een kunststofafsluiting bezit deze veerkracht veel minder: eenmaal gekrompen zal zo’n afsluiting niet of nauwelijks uitzetten en kan er lucht van buitenaf binnendringen of, erger, wijn gaan weglekken.
Kunststofafsluitingen zijn eigenlijk een goede oplossing voor wijnen die maximaal twee tot drie jaar bewaard kunnen worden. De schroefdop sluit echter hermetisch af.
Gedurende de rijping van wijn op fles kan er geen lucht in en ook geen wijn uit. Dat betekent dat bijvoorbeeld de frisheid en fruitigheid van wijn langer behouden blijft. Natuurkurk is, zeker op de langere termijn, toch enigszins poreus, waardoor zeer minieme hoeveelheden lucht – waarin zuurstof – uiteindelijk door de kurk heen in de wijn kunnen doordringen.
De meningen verschillen of dit nu een positieve of negatieve eigenschap is: door het kleine beetje lucht, zeer fijn gedoseerd, rijpt een wijn wellicht juist beter. Anderen vinden dat dit oxidatie veroorzaakt met versneld verlies van fruitigheid. Helemaal geen lucht, zoals bij een schroefdop, kan wijn op termijn zelfs reductief maken, wat een licht bedompte geur met zich meebrengt. Die overigens, wanneer de wijn eenmaal in het glas is uitgeschonken, door de inwerking van zuurstof uit de lucht snel kan verdwijnen.
Schroefdoppen of natuurkurken komen naast elkaar voor. Van oudsher wordt veel Zwitserse wijn met een schroefdop gebotteld. Eind 20e eeuw zijn vooral Oostenrijkse wijnen en Nieuwe-Wereldwijnen uit Nieuw-Zeeland en Australië van een schroefdop voorzien. Daarna volgden vele Europese wijnenproducenten, met name uit Duitsland en landwijnen uit Frankrijk.
En zo af en toe zie je al een echte Franse klassieker, zoals Chablis, met een schroefdop, maar dat is eerder uitzondering dan regel.
Door Gerhard Horstink – oenologue van de Universiteit van Bordeaux ©.